7 mei 2019
Een achttal leden van de werkgroep werd op een dinsdagavond hartelijk ontvangen door Wim en zijn vrouw Carla, die ca 90 koeien melken van het steeds zeldzamer wordende MRIJ-ras.
Terwijl zij ons vol trots rondleidden door de stallen vertelde Wim een nogal deprimerend verhaal, dat uiteindelijk tot de conclusie leidt, dat alle wet- en regelgeving erop gericht is, de melkproductie te maximaliseren, en daarmee tegelijk juist biodiversiteit tegenwerkt. Dat is heel frustrerend voor een koppel ondernemers als Wim en Carla, die zeer doordrongen zijn van het belang van biodiversiteit. “Elke boer weet hoe belangrijk insecten en bodemleven is voor de natuur, en dus ook voor de boer en zijn beesten. Elk dier, van groot tot klein, heeft zijn rol en plaats in de natuur, en je kunt er bijna geen een missen.”
De oude Nederlandse rundveerassen maken nog maar amper een kwart procent van de Nederlandse melkveestapel uit, terwijl juist deze koeienrassen passen bij de noodzakelijke transitie naar een echt duurzame, groene en circulaire landbouw. De MRIJ-koe (=Maas, Rijn en IJsel) bijvoorbeeld is een dubbeldoel-koe, die zowel vlees als melk levert. Het ras is minder gevoelig voor veeziekten of problemen met vruchtbaarheid dan andere rassen. Het MRIJ-vee staat bekend als sober, door de lage voerkosten is er een hoger saldo per koe, ook bij een lagere melkprijs. Daarnaast levert het dier geslacht ook nog geld op. Maar door dat dubbele doel krijgt de houder van MRIJ-vee veel minder fosfaatrechten per koe dan de houder van bijvoorbeeld Holstein-Friesian vee.
Fosfaatruimte wordt berekend op basis van de oppervlakte van de grond. Maar de berekeningen gaan daarbij niet standaard uit van de kadastrale perceelsomvang, maar elk jaar wordt een luchtfoto genomen; elke boom of bosschage die schaduw veroorzaakt, wordt afgetrokken van de totale oppervlakte. Verweer indienen kan wel, maar is extra administratie. Geen wonder dat boeren niet genegen zijn om bomen of heggen te (her)planten.
Misschien is zelf zuivel verwerken en lokaal verkopen een mogelijkheid om meer verdiensten te genereren, maar dit vergt weer investeringen. Ook kan de boer gebruik maken van beheersvergoedingen, maar “de overheid is voor ons uiterst onbetrouwbaar wie weet hoe lang die subsidie blijft?”
We praten lang over de opties die overblijven. Hoe kunnen we betekenisvol een bijdrage leveren aan de biodiversiteit van de Nijbroekse natuur? Zie hier de opgave voor onze werkgroep.