Ik, vrijwilligerswerk? Om de dooie dood niet en zeker niet op een kerkhof. Dit soort geluiden hoor je misschien ergens anders, maar niet binnen de Polder Nijbroek, waar het vrijwilligerswerk op allerlei manieren zo’n belangrijke plaats inneemt.
Gerrit Gerrits kan zich niet herinneren in welk jaar hij precies begonnen is om mee te werken aan het onderhoud van het kerkhof. Hij was bezig met het schoonmaken van het graf van zijn ouders toen hij Berend de Wilde en Marinus Veldhuis, beiden inmiddels overleden, bezig zag om dikke takken met een handzaag af te zagen. Onbegonnen werk. “Ik heb wel een kettingzaag”, zei Gerrit, “en ik kom jullie wel helpen.” Dat is hij blijven doen. In 2004 kwam Aart Berends het onderhoudsteam versterken.
Het kerkhof van Nijbroek ligt laag en bij het delven van een graf zou je zo op grondwater zitten. Daarom is het oude gedeelte opgehoogd met grond van de zijkanten, zodat er rondom een soort gracht ontstaan is. Het nieuwe gedeelte moest ook worden opgehoogd. Er werd gratis grond van de Vulcanus uit Vaassen aangeboden, maar de gemeente wilde dat niet, want die zou te veel vervuild zijn. Uiteindelijk werd er naast afgegraven grond voor de A1 ook grond gebruikt die van de ijsbaan uit Deventer kwam. Maar volgens Gerrit zat die grond ook vol met puin en bij het delven van een graf hebben ze daar nog steeds last van.
Berend de Wilde wist dat hij ooit een plaatsje op dit nieuwe stuk zou krijgen. “Maar dan het liefst ergens achter aan”, zei hij. Helaas, zo lang mocht het niet meer duren. Hij ligt zelfs helemaal vooraan in het derde graf en Marinus Veldhuis twee graven verder.
Het onderhoud dat Aart en Gerrit doen, samen met Gerrit Wolters en Gertie Dalhuisen, bestaat voornamelijk uit het snoeien van bomen en struiken en het schoonhouden van de paden met een bladblazer. Oude grintgraven worden in het voorjaar schoon gespoten. Het afval wordt door de gemeente opgehaald, maar ze verbranden ook wel al het snoeihout. Op een keer hadden ze er al flink de fik erin. Gerrit had in het kraanwagentje al een volgende bak met takken klaar hangen om er bovenop te gooien. Maar het leek veiliger om even te wachten. Zo redde hij het leven van twee prachtige diertjes, want in de bak zag hij opeens wat bewegen. Er zaten twee bunzings in. Iets dergelijks is hen ook een keer met een egel overkomen.
Door een particulier bedrijf werd eerder het gras gemaaid, maar dat gebeurde slordig aan de randen en het gras om de graven werd niet weggehaald. Nu doet Tonnie Pannekoek het en het ziet er allemaal even netjes uit.
Een grote klus hadden de mannen aan het begin van het jaar 2018. Een storm raasde toen over Nederland. Op het kerkhof waaiden vier grote bomen om. Dat betekende veel zagen en opruimen. Een van de bomen was op een graf terechtgekomen, zonder het overigens te beschadigen. Met alle omzichtigheid moest gewerkt worden om te voorkomen dat tijdens het opruimen het graf alsnog kapot zou gaan. Ook op een kerkhof laat de natuur zich niet stoppen. Dat zie je wel aan die grote rode beuk, die op een afstandje van een graf werd geplant. De eerst smalle stam groeide zo enorm uit, dat de grafsteen helemaal scheef is komen te liggen.
Het kleine huisje dat er staat, noemen ze de kantine. Hier drinken ze hun meegebrachte koffie en eten ze hun broodjes. Elektriciteit is er niet. Het gereedschap dat ze gebruiken, gaat weer mee naar huis, want dat staat hier niet veilig. Ze zagen aan het gebroken raampje van de kantine, dat er al een keer geprobeerd was om in te breken.
Je kunt nog zo je best doen om het kerkhof netjes te houden, er zijn altijd wel mensen die er een troep van maken. Dat zijn niet de bezoekers maar voorbijgangers die op de parkeerplaats stoppen om wat te eten en te drinken. Het afval laten ze voor de vrijwilligers achter. Een keer heeft Gerrit er zelfs een oude kinderwagen gevonden. Er zaten nog nette lakentjes en dekentjes in, maar hij dacht: “Wat moet ik ermee, hup in de container.” Bij nader inzien werd er toch een politieonderzoek ingesteld. Ouders en baby zijn nooit gevonden.
Aart en Gert hebben wel eens gehoord, dat vroeger op een nieuw kerkhof eerst een kind begraven moest worden, voordat er verder gebruik van gemaakt werd. Of dat verhaal klopt, weten ze niet, maar het oudste graf uit 1878 is wel van een kind. Net voor de pomp ligt onder een platte steen de zevenjarige Sophie Romijn, dochter van een predikant, begraven. Zou dit zo’n eerste grafje zijn?
Bij het maken van foto’s op het kerkhof spraken we met een man van 90, die bezig was het graf van zijn vrouw schoon te maken. Hij vertelde dat zijn moeder 86 jaar geleden hier begraven was. Haar graf zou vlak naast dat van Sophie moeten liggen. Het gezin met drie jonge kinderen kon zich geen grafmonument veroorloven en het graf van zijn moeder kreeg alleen een nummeraanduiding. Hetzelfde gebeurde ook met twee graven daarnaast, maar de drie bordjes zijn in de loop van de tijd verdwenen. Hij vindt het erg spijtig dat hij daarom de exacte plaats van het graf van zijn moeder niet weet.
In Nijbroek zijn wij blij met deze mensen die zich zo inzetten om het kerkhof “leefbaar” te houden. De Polder Nijbroek is een gemeenschap waar alles samen gedaan wordt. We mogen er zeker van zijn, dat hun werk op een dag door een nieuwe generatie wordt opgepakt.
Tijdens zo’n gesprek over hun werk op het kerkhof komen er meer dingen aan de orde en dan blijken eens temeer dood en nieuw leven vlak bij elkaar te liggen. Aart wist nog van een bevalling waar de huisdokter plotseling naar toe moest. Zijn opa en later zijn vader beheerden het café “De Vrolijke Boer” aan de Vloeddijk op de hoek van de Veluwsedijk. Terug van de markt in Deventer legden hier altijd de Elburgse visboeren aan.
De Veluwsedijk was nog een zeer slecht begaanbare zandweg. Als hij daar moest zijn, parkeerde de dokter meestal zijn auto bij het café. Hij ging dan verder op de fiets van de vader van Aart. Op zekere dag moest hij plotseling naar een bevalling. Aarts vader was net thuis van een slacht en hij had al het slachtersgereedschap nog in de fietstassen zitten. De dokter had zo veel haast dat hij daar niet op lette en onder grote hilariteit van de cafébezoekers vertrok. Dat zou een zware bevalling worden! En men proostte nog eens extra op een goede afloop.
Foto: Aart Berends, Gerrit Gerrits en Gerrit Wolters nemen even koffiepauze voor de kantine.
Dit is het vijfde verhaal in de reeks Nijbroekers in beeld, geschreven door Herman van den Nieuwendijk. Herman is onderdeel van de werkgroep Polder Nijbroek en woont aan de Dijkhuizenweg.