8 april 2021

Het bezoek stond o.l.v. dhr Maes, bioloog, die onderzoekt of het een echt oud bos is. Dit doet hij in opdracht van de gemeente Voorst, die het perceel onlangs van Staatsbosbeheer gekocht heeft. Wij mochten op uitnodiging van de gemeente mee op onderzoek.

Het Boerdambos is een rabattenbos, d.w.z. dat er geulen in gegraven zijn (hier evenwijdig aan de Vaassenseweg) met het oog op de ontwatering van het perceel. Van oudsher werden de bomen die meer vocht nodig hadden, dichter bij de geulen geplant en bijv. de eiken wat hogerop. De ontwatering heeft nu geen effect meer, want door gebrek aan onderhoud staat het gehele bos nu eigenlijk droog. Misschien kan er wat aan de waterstand gebeuren met sluisjes om deze weer hoger te krijgen, maar dat zal allemaal nog uitgezocht worden.

Het Boerdambos komt al op kaarten voor van 1812 van de Man, maar ook de kaart op Topotijdreis geeft vanaf 1865 dit bos bij de Tol aan:

Het Boerdambosje is eigendom geweest van de bezitters van de Matanze te Terwolde. Eerste vermeldingen van de Matanze dateren van 1662, maar het (huidige) huis dateert van 1717. De kans is dus dat dit bosje dus al vroeg in de 18e eeuw is aangelegd als hakhout- en of geriefhoutbos. Al het hout werd wel ergens voor gebruikt: als brandhout, weidepaaltjes, stelen voor gereedschap. Schors van de eiken waarschijnlijk voor de leerlooierij in Deventer. De bessen van de struiken waren voor consumptie en diervoer. Niets ging verloren, alles had waarde. Zelfs de bladeren werden in de koude winters nog gevoerd aan de dieren.

Hakhoutstoven

Je kunt nu nog goed zien dat de bomen vroeger op een hoogte van een halve meter tot een meter werden afgezaagd. Daar ontstonden dan stobben en liepen ze met meerdere stammetjes weer uit. Nu is dat al zo’n lange tijd niet meer gedaan dat ze zouden afsterven als dat hervat zou worden. We zien nu ook al veel afgestorven stobben, die het niet gered hebben, maar dat geeft wel inzicht in hoe het geweest is. 

Er is bijna geen ondergroei, zelfs amper speenkruid; dit kan te maken hebben met de lichtinval. Het bos is door gebrek aan beheer erg dicht geworden. We moeten ons een weg banen door een veelvoud aan bramen. Die horen zeker thuis in zo’n bos, maar het is nu wel erg veel. Positief is dat er de 2-stijlige meidoorn groeit, naast de veelvoorkomende 1-stijlige en sleedoorn. Ook diverse soorten wilde rozen, sleedoorn, rode kornoelje etc. Minder positief is dat er Amerikaanse Vogelkers groeit, Amerikaanse eik en ook de trosvlier, die hier eigenlijk niet thuishoren. Voor de dieren levert dit bos een goede bescherming. Nu het zo ondoordringbaar is, komen er geen mensen. 

De heer Maes stelt een rapport op over dit bos en komt met voorstellen voor het verdere beheer. We zijn benieuwd naar zijn expertise.