Op de tafel staat een vaas met mooie zalmkleurige rozen. Een dampende kop rooibosthee staat voor ons. De antieke wandklok in haar knusse huiskamer geeft aan dat wij tien minuten te vroeg zijn, maar dat klopt niet. We zijn te gast bij Miep Stegeman. We krijgen speculaasjes en brokken van een chocoladeletter aangeboden. Het is immers sinterklaastijd. Het weer past bij de tijd van het jaar. Regendruppels op het raam, maar die verhinderen niet, dat we over het weidse landschap aan de Veluwsedijk in Nijbroek uitkijken.
Het is moeilijk voor te stellen, dat haar boerderijwoning in 1739 werd gebouwd, een van de oudste in de omgeving. Alleen aan de achterzijde staat nog een originele muur. Aan die kant zijn we binnengekomen in een ruimte die nu als schuur wordt gebruikt en waar vroeger een stal is geweest. Via enkele treden zijn we de eigenlijke woning binnengegaan, die vanwege de toenmalige grondwaterstand wat hoger ligt.
In dit huis werd Miep 81 jaar geleden geboren, als een nakomeling in een gezin met zeven kinderen. Ze is hier haar hele leven blijven wonen, net als haar ouders en grootouders. Of een van haar overgrootouders er vanaf de geboorte ook al woonde, kan Miep niet zeggen, maar dan ben je al terug in de eerste helft van de 19de eeuw.
Op enkele meubeltjes staan foto’s, die wij een voor een bekijken. Het meest in het oog springt de foto van de vriendelijk ogende Derk. Ze leerde hem kennen bij het zangkoor Oefening en Stichting, waarvan ze nog altijd lid is. Bij een van de kooruitjes sloeg de vlam over. In 1956 zijn ze getrouwd en ze kregen vijf kinderen. “We hebben het heel erg goed gehad en Derk was een lieve man”, vertelt ze. Na een afnemende gezondheid overleed hij op 21 juni 2013 op 84-jarige leeftijd.
Er is een andere foto waarop ons oog valt. Dat is hun dochter Greet, die nu 52 is. Zij heeft een beperking door zuurstofgebrek bij de geboorte en woont op ’s Koonings Jaght in Arnhem. “Het tragische is”, verzucht Miep, “dat dit voorkomen had kunnen worden, als ik tijdig naar het ziekenhuis zou zijn gebracht.”
Eenmaal getrouwd, waren Miep en Derk in het huis van haar ouders gaan wonen. Maar hoe ging dat dan?, vragen wij ons af. En dan kwamen er ook nog vijf kinderen. Werd de woning verbouwd tot een dubbel woonhuis? Nee, niets daarvan. Het pas getrouwde stel trok gewoon bij de ouders in. Ze leefden met elkaar in één huis. En dan was er ook nog Jan, de 10 jaar oudere broer van Miep, die zijn hele leven vrijgezel is gebleven. Natuurlijk was het geven en nemen, maar dat is altijd goed gegaan. Maar je was er voor elkaar, ook toen haar ouders achteruit gingen. Ze werden liefdevol verzorgd en konden er tot aan hun dood blijven wonen.
In het rijtje foto’s ontbreekt broer Jan niet. Net als Miep is hij altijd in het ouderlijk huis blijven wonen tot hij in januari 2018 overleed. Jan was een bekende en geliefde figuur. Hij speelde orgel, vaak in de kerk van Terwolde en soms in Nijbroek. De laatste jaren van zijn leven trok hij als het maar even mogelijk was er met de scootmobiel op uit. Zo bleef hij mensen ontmoeten. Jan was dol op de kinderen van Miep en Derk en dat was wederzijds. Dat lieten ze ook heel mooi blijken op zijn drukbezochte begrafenis.
Jan en Derk hadden het boerenbedrijf van Mieps ouders in 1956 overgenomen en zij vertelt vol bewondering hoe goed beide zwagers altijd hebben samengewerkt. Maar door de MKZ kwam er helaas een voortijdig einde aan hun bedrijf. Dit was een zware klap. Alle zoogdieren met kalfjes die ze hadden, moesten worden vernietigd en daarna hebben ze geen nieuwe veestapel meer opgebouwd.
Ook de schapen van Frank, de jongste zoon, moesten worden afgemaakt. Frank heeft op het erf van het ouderlijk huis zelf een huis gebouwd, waar hij met Yvonne woont. Yvonne komt tijdens ons gesprek net even binnen en desgevraagd vertelt zij, dat alle Blauwe Tesselaars, waaronder veel zwangere dieren, werden vernietigd. Maar na de crisis werd het fokken weer opgepakt. Voor Frank, die in een garage werkt, is het houden van dit schapenras meer dan alleen een hobby. Het bord aan de weg, waarop staat Blauwe Tesselaars, schapenfokkerij” zegt genoeg.
“Wel is het zo”, zegt Miep, “dat wij veel meer weg konden toen we na de MKZ met het bedrijf gestopt waren. We genoten van de vakantiereizen, vooral Zwitserland maakte een grote indruk op ons.” Derk hoefde nooit zo nodig naar het buitenland, maar als ze terug waren, had hij de grootste praatjes over alles wat ze beleefd hadden.
Nu haar broer Jan er niet meer is, is Miep dit jaar voor het eerst alleen in huis. Maar eenzaam is ze niet. Kinderen en kleinkinderen bezoeken haar regelmatig en vol trots vertelt ze, dat ze een paar weken eerder voor de tweede keer overgrootmoeder is geworden. Zij geniet met volle teugen van mensen om zich heen.
Wel kan ze merken dat de jaren beginnen te tellen. Ze zou graag wat kleiner willen wonen, maar voor ouderen zijn er in Nijbroek geen specifieke woningen. Misschien biedt in de toekomst een zorgwoning op het erf volgens de wet WMO een uitkomst. Weg uit Nijbroek? Dat ziet ze niet zitten. Aan het eind van ons gesprek zegt ze heel gedecideerd: “Nee, ik ben Nijbroek niet zat!”
Dit is het achttiende verhaal in de reeks Nijbroekers in beeld, geschreven door Herman van den Nieuwendijk. Herman is onderdeel van de werkgroep Polder Nijbroek en woont aan de Dijkhuizenweg.