Samen met zijn broer Martin verspreidt Tonnie Pannekoek in de vroege avond het zand voor het eerste beachvolleybaltoernooi van Nijbroek op 14 en 15 september 2018. Ondanks dat Tonnie nu met pensioen is, is het verplaatsen van grond nog steeds zijn grote hobby. En in dit geval komt die samen met zijn oude passie voor volleyballen.
Die sport beoefende Tonnie graag in zijn jeugd. In Nijbroek werd in de tweede helft van de zestiger jaren de volleybalclub DVS (Door Vriendschap Sterk) opgericht om de jongeren meer aan het sporten te krijgen. Tonnie was er met een groepje van 10-12 jongens en meisjes vanaf het eerste uur bij. Er werd in dit prille begin in de schuur van het houtvezelbedrijf Fikse gevolleybald. De afspraak was wel, dat als tegenprestatie de spelers op zaterdag hielpen met het balen van de houtkrullen.
DVS begon in de laagste regionen van de competitie. De Nijbroekers bleken talent te hebben en ze waren fanatiek. Vier keer achter elkaar werd de ploeg kampioen en promoveerde. Daarmee haalde men zelfs de regionale pers. Geen wonder dat door deze successen de club groeide en op een gegeven moment waren er wel zo’n honderd leden uit Nijbroek en omgeving. De “thuis”-wedstrijden werden in Apeldoorn gespeeld.
Om te trainen was er behoefte aan meer ruimte en die kwam er ook. Dankzij de prestaties van DVS heeft Nijbroek een prachtige gymzaal aan de Middendijk. Helaas heeft DVS maar een jaar of tien bestaan. De club is opgegaan in SVA Emst.
Misschien is het beachvolleyballen de aanzet voor het oprichten van een nieuwe vereniging. Want het is jammer dat DVS niet meer bestaat. Het volleyballen had een belangrijke functie binnen de gemeenschap. Ouders leefden met de sport van hun kinderen mee en brachten hen naar de wedstrijden. En natuurlijk was de club ook een ontmoetingsplaats voor jongens en meisjes. En van het een kwam het ander. Zo hebben Tonnie en Mieke elkaar hier ontmoet. Zij trouwden en gingen in een nieuwgebouwd huis naast de boerderij van Tonnies ouders aan de Veluwsedijk wonen. In 1992 verhuisden zij naar het monumentale pand op het Dorpsplein dat daarvoor de winkel van Willem en Teuntje Jacobs was.
Vanaf zijn dertiende draaide Tonnie al in het bedrijf van zijn vader mee. Hij hielp mee met het snoeien van hoogstambomen en het maaien van gras. Die werkzaamheden waren welkome aanvullingen op het inkomen van het zware boerenbestaan.
Tonnie nam later het bedrijf van zijn vader over. Het landbouwgedeelte stootte hij in 2002 af en het verzetten van grond werd zijn specialiteit. En er was werk genoeg. Het onderhoud aan de sloten werd een belangrijke inkomstenbron voor zijn bedrijf. Deze sloten lopen langs de rechthoekige kavels in Nijbroek, die een breedte van 30, 60 of 90 meter hebben. Tonnie heeft wel eens uitgerekend dat de totale lengte van de sloten wel 150 tot 175 km moet zijn.
Tonnie maakte vaak lange dagen, vooral als het veevoer voor de wintervoorraad werd ingekuild. Langs de randen van de meerdere lagen plastic waarmee zo’n kuilhoop luchtdicht wordt afgedekt, moest Tonnie dan grond aanbrengen. Vaak kleigrond, dat droog keihard is of in natte toestand overal aan blijft plakken. Het afdichten moet altijd snel na het inkuilen gebeuren. Een secuur werk, waarbij je het folie beslist niet mag beschadigen, want dat beschermt een grote waarde aan veevoer.
Maar ook een grondverzetter heeft wel eens een feestje. Het 25-jarig huwelijksfeest van de schoonouders van Tonnie werd op een vrijdag gevierd. Maar voor zaterdagavond moest er nog een aantal kuilhopen worden gedicht. Tonnie besloot om op het op die bruiloft maar bij een paar pilsjes te laten. Toen iedereen na afloop naar huis en naar bed ging, stapte hij op zijn graafmachine en begon de kuilen onder te dekken.
Bij de eerste twee adressen had men hem niet gehoord of men deed alsof. Maar op het derde adres kwam de boer meteen naar buiten. “Wat ben jij van plan? Dit kun je niet maken met je dronken kop!” Maar Tonnie legde uit, dat hij helemaal niet dronken was en dat hij wel die nacht moest beginnen om alle werkzaamheden voor de zaterdagavond af te krijgen. De boer heeft nog een tijdje staan kijken tot hij het vertrouwen had dat het allemaal goed zou gaan.
In de 80-er en 90-er jaren van de vorige eeuw werkte Tonnie ook vaak mee aan het uitvoeren van natuurprojecten. Het gebeurde nog wel eens dat hij dan in aanvaring kwam met boeren, die het nut niet inzagen van kikkerpoelen die moesten worden aangelegd. “Waarom doe je daar aan mee? Zonde wat hier gebeurt. Dit land kunnen wij veel beter voor onze gewassen gebruiken!” Die poelen zouden er toch wel komen en Tonnie heeft er heel wat aangelegd. En hij is trots op de bijnaam die hij toen kreeg: de Poelenman.
Een aantal jaren is hij gemeenteraadslid geweest. En dat kenmerkt de man, die naast zijn drukke werkzaamheden ook zijn vrije tijd steekt in het belang van de gemeenschap. Zo is hij ook nu nog altijd actief. Vaak zie je hem rijden op een van zijn machines, het gras maaien in de boomgaard naast de kerk of op het kerkhof. Hij maakt deel uit van het project Polder Nijbroek en samen met Mieke laat hij zijn stem horen bij het koor Oefening en Stichting.
En die stem brengt Tonnie ook heel duidelijk naar voren wanneer hij zegt, dat de Polder Nijbroek niet meer de Polder van weleer is. De weteringen, waarop de sloten van Nijbroek uitkomen, werden in de 14de eeuw speciaal om de Polder geleid en de dijken daarlangs markeerden het oorspronkelijke gebied binnen de Polder. Maar deze grenzen zijn gedeeltelijk verdwenen. Een deel van de dijken behoort nu tot Terwolde en dat is historisch en landschappelijk gezien niet juist. Alle dijken zouden weer deel van de Polder Nijbroek moeten uitmaken.
Een polder die uniek is en waaraan wandelaars en fietsers hun hart kunnen ophalen. Maar op het gebied van recreatie kan er nog veel voor hen worden verbeterd. Zo vindt Tonnie dat de Wellerweg, die vroeger een doorgaande weg tussen Deventer en Apeldoorn was, een goed begaanbare weg voor fietsers en wandelaars moet worden. Ook van de Zeedijk naar de Vloeddijk via de Blankemate zou een fietsroute aangelegd moeten worden. En niet te vergeten het fietspaadje over het schouwpad naar Doevedans moet verbreed worden. Het is nu zo smal is, dat je bij een verkeerde beweging zo de plomp zou kunnen inrijden. En hij heeft nog veel meer ideeën om de dagrecreatie te bevorderen.
“Wist je,” zei Tonnie tot slot, “dat Nijbroek het koudste deel van de gemeente Voorst is? Dat komt door de vlakte en de wind die er overheen waait. Ik vind dat niet zo erg. Voor mij is het belangrijkste, dat de mensen hier warm zijn.”
Dit is het twaalfde verhaal in de reeks Nijbroekers in beeld, geschreven door Herman van den Nieuwendijk. Herman is onderdeel van de werkgroep Polder Nijbroek en woont aan de Dijkhuizenweg.